04 maart 2018

Kraak-festival (Beursschouwburg Brussel - 03.03.2018)

In tegenstelling tot de editie van vorig jaar - toen voor de pauze bijna uitsluitend aandacht werd besteed aan somtijds moeilijk te verstouwen performance art - ging Kraak dit jaar gelukkig opnieuw op zoek naar een meer muzikale onderbuik. Daarbij werd opvallend veel aan knoppen gefriemeld en op laptops getokkeld. Avant garde borrelt tegenwoordig vooral in electronica, zo lijkt het wel.

Zoals bij het trio SEF III, dat pruttelende geluidscollages weet te combineren met flarden poëzie en zelfs met een houterige bewegings-act. De Rotterdamse Marijn Verbiesen - artiestennaam Red Brut - was druk in de weer met allerlei cassettes (die één na één - na gebruik - op de grond werden gegooid) om daarmee een boeiend geluidstapijt te weven, tegen de backdrop van psychedelische projecties. Het Brusselse duo Capelo zorgde met hun dromerige synth-electro-pop voor één van de 'normaalste' concerten die ik ooit op een Kraak-festival zag. En wat later gingen we zelfs de clubbende trance-tour op met het Duitse blacklight-fluo-duo Paradon't. Clubben op Kraak, waar gaat de wereld naartoe ? Op het einde van de lange nacht werd de boeiendste electro-act van vandaag geserveerd met Apulati Bien, een jonge kerel die met zijn "warped out designer-drugged world with fragments of neo-juke, splatter beats and arrythmic sampling" een heerlijke mix bracht van muzikale gelaagdheid, tegendraadsheid én dansbaarheid.


Tot daar het hoofdstukje electro. Tussendoor werden ook nog meer traditionele instrumenten uit de kast gehaald. Zoals door de uit Frankrijk afkomstige en thans vanuit Brooklyn opererende celliste Leila Bordreuil, die met haar instrument geen klassieke toonladders beklimt maar wel diverse soundscapes bijeen strijkt, gaande van breekbare ijlheid tot hardere noise. De drie gemaskerde free jazz-Portugezen van Zarabatana leken met hun lange mantra een roedel woudgeesten te willen oproepen, doch wisten bij mij enkel een geeuw teweeg te brengen. Dan genoot ik meer van de rommelige crap wave en schreeuwerige pamflet-lyrics van het Brusselse trio Lemones (foto), die temidden van het publiek hun ding deden. Een opvallend drumstel en zelfgemaakte (hals-loze) snaarinstrumenten maakten het ook visueel interessant.


Elk jaar is er tijdens het Kraak-festival wel minstens één act die eruit springt. Dit jaar was dat voor mij zonder enige twijfel het uit Glasgow afkomstige trio Still House Plants. Met David Kennedy op drums, Finlay Clark op gitaar (foto) en met de stem van Jessica Hickie-Kallenbach. Niet gehinderd (of geholpen) door technische scholing maar met de open blik van art school als achtergrond, bracht het trio een onweerstaanbaar charmant rammelende versie van experimentele rock en jazz. De interactie tussen de drie jongelui was heerlijk fris, hun glimlach en spelplezier ontwapenend, de muziek bijna onschuldig, naïef en onbezoedeld, maar tegelijk dwars en prikkelend. Experiment zonder topzware pretentie, kunst zonder depressie. Heerlijk !

Geen opmerkingen: