02 december 2017

The Bad Plus (Warande Kuub - 01.12.2017)

Het concert dat het uit Minneapolis afkomstige jazz-trio The Bad Plus vanavond gaf in de Turnhoutse Kuub, was om twee redenen een tikje speciaal. Ten eerste omdat het de laatste kans was om het trio in de originele bezetting aan het werk te zien (pianist Ethan Iverson stopt er over een paar weken mee). Ten tweede omdat dit het eerste concert was dat werd georganiseerd in een samenwerkingsverband tussen jazz-club De Singer en cultuurhuis De Warande. Qua gezelligheid kan de Turnhoutse Kuub absoluut niet opboksen tegen de knusse club in Rijkevorsel. Ik geniet meer van een jazz-concert wanneer ik - gezeten aan een tafeltje - van een trappistenbier kan nippen, dan wanneer ik op een ietwat steriele tribune zit. Maar het samenwerkingsverband zal er wellicht voor zorgen dat er nog meer boeiende concerten uit de wereld van de jazz en aanverwante genres zullen kunnen plaatsvinden in de Kempen. En dat kunnen we alleen maar toejuichen.

Maar terug naar het concert. Naast Iverson op piano, bestaat het trio uit drummer David King en contrabassist Reid Anderson. Het trio is al sedert 2000 actief en heeft een dozijn albums uitgebracht. Zowel live als op een aantal van die albums put het trio daarbij geregeld uit de rock en pop-canon. Het laatste album (It's Hard, 2016) bestaat zelfs volledig uit covers. Jazz-bewerkingen van pop- en rockhits zijn natuurlijk niet nieuw. Denken we bijvoorbeeld maar aan de exploten van Brad Mehldau op dat vlak. Het probleem met dat soort van covers is echter dat ze al snel in melige muzak verzanden en weinig toevoegen aan het origineel. Maar dat is een klip die The Bad Plus handig weet te omzeilen. Hun bewerkingen ontmantelen telkens de 'bron'-song, om vervolgens met de essentie ervan een creatief loopje te nemen. Zo kregen we vandaag een interessante versie van 'The Robots' van Kraftwerk te horen, waarbij pianist Iverson perfect de kilte en het gevaar van een door artificiële intelligentie gedomineerde wereld wist op te roepen met zijn enerverende staccato.

Ik had er op voorhand een beetje schrik voor dat het trio - bij wijze van crowd-pleasing - vanavond vooral covers zou brengen. Maar die schrik bleek ongegrond. De set-list bestond gelukkig nagenoeg volledig uit eigen composities van de leden van het trio. De discografie van het trio is immers meer dan rijk genoeg om niet op covers te moeten bogen. Het viel constant op dat dit een trio is dat volledig op basis van gelijke inbreng functioneert. Het is een trio zonder een echte bandleider, zonder open doekjes uitlokkende solo's, maar met een verbluffende coherentie in het samenspel van de eerder harde drum-aanslagen met de spaarzame piano-noten en het vrij conventionele contrabas-spel. Kleine tempo-wisselingen, subtiele aanslagen op drum of contrabas, de fraseringen van het pianospel, hints van grootstedelijke gekte of emotionele diepgang : alles zat fijntjes in elkaar verweven en schakelde even vlot naar een hoger of lager tempo als een perfect afgesteld schakelapparaat op een racefiets. Het was eraan te zien dat dit trio gepokt en gemazeld was in het samenspel.

Een aangename meerwaarde aan het concert was het feit dat Anderson zich ontpopte tot een komiek van het gortdroge soort. Zo vertelde hij dat 'Gold Prisms Incorporated' ging over de miljoenen dollars die drummer King in de jaren '80 verdiend had met 'exersice video's on VHS' en over het verstoppen van die dollars in 'offshore accounts'. King - die me zowel qua uiterlijk als qua speelstijl af en toe deed denken aan een oudere versie van Chris Corsano - hoorde het relaas met een grijns aan. Helemaal hilarisch was de vrij lange introductie van 'Rhinoceros is my profession', over hoe een neushoorn solliciteerde voor een vrijgekomen plek van ... neushoorn. Humor zo droog als de Gobi-woestijn tijdens de zomer, is een soort van humor die ik wel kan pruimen.

Er zaten in dit concert geen echte hoogtepunten of dieptepunten. Alles werd gespeeld met dezelfde frivoliteit, met hetzelfde technische vernuft, met dezelfde coherentie. Het nummer met de meeste emotionele impact was wellicht afsluiter 'Pound for Pound' (uit 'Made Possible', 2012), een ballad die zich gaandeweg ontpopt tot een mooie waterval aan klanken en noten, om uiteindelijk onthaast te eindigen. Een niet nader benoemde bisser besloot het vrij korte concert van een 70-tal minuten.

Dit concert had dan wel niet het effect van een stomp in mijn maag (à la James Brandon Lewis) of van een prikkelende douche voor de hersenen (à la Craig Taborn), maar soms is héél goed ook gewoon goed genoeg. En het concert van vanavond was héél goed.


Set-list :
Everywhere you turn
Mint
Thrift Store Jewelry
The Robots
Forces
Gold Prisms Incorporated
Do your sums/Die like a dog/Play for home
1997 Semi Finalist
Rhinoceros Is My Profession
Pound for Pound

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Bisnummer was Big Eater, van de cd These Are The Vistas!

Peter Prong zei

Thx !