21 november 2010

Schöne Blumen (Warande - 20.11.2010)

Theatermaker Arne Sierens schreef en regisseerde de voorstelling "Schöne Blumen", een co-productie van Cie. Cecilia en Het Paleis, en roept er de sfeer mee op van een aftands hoerenkot.

De neonreclame is stuk, het interieur is verouderd en dringend aan vernieuwing toe, de bordeelhoudster is fysisch niet meer al te best en het ontbreekt haar aan geld om de zaak op te waarderen. Een inwonend hoertje - vijf jaar geleden bont en blauw als wrakhout aangespoeld bij het bordeel - wil zich met haar spaarcenten inkopen in de zaak en worstelt ondertussen met een verminkt privé-leven. De neef van de uitbaatster (tevens ex-geliefde van het hoertje) hangt in de zaak rond en ligt onder de knoet bij een bazig liefje. Een schlemielige vaste klant (met een fetisj voor sterfscènes in opera's) heeft zich opgewerkt tot een soort klusjesman. De dagen van het bordeel zijn geteld...

Eerder dit jaar zagen we van Cie. Cecilia het uitstekende The Broken Circle Breakdown Featuring The Cover-Ups Of Alabama, van en met Johan Heldenbergh en Mieke Dobbels. Een aangrijpend relationeel drama waarin de verlies van een kind centraal stond. Qua dialogen en sfeer roept Schöne Blumen regelmatig herinneringen op aan The Broken Circle. Niet verwonderlijk vermits Heldenbergh optrad als dramaturg voor Schöne Blumen en omdat Mieke Dobbels in beide voorstellingen quasi dezelfde rol speelt : een jonge vrouw, psychisch verminkt door getroubleerde relaties waarin een jong dochtertje een cruciale rol speelt. Daar waar Dobbels in The Broken Circle het publiek op het puntje van de stoel kreeg, leende haar personage in Schöne Blumen zich daar minder toe wegens iets te oppervlakkig.

Titus De Voogdt speelt passioneel - maar op het randje van het karikaturale - de rol van de neef, nog steeds verliefd op het hoertje en parasiterend op de centen van zijn vader en tante. Je kunt niet anders dan terugdenken aan zijn rol in Felix Van Groeningens Steve + Sky, waarin hij ook rondhing in een grauw bordeeltje.

Sierens liet zich bij het schrijven van dit stuk o.a. inspireren door literatuur en cinema uit het Verre Oosten, waar een traditie bestaat van relaties tussen klanten en prostituées die complexer zijn dan een louter seksuele relatie. De grauwe zelfkant van neon en bling werd zelden beter geportretteerd dan in The Life Of Oharu, de gelauwerde prent uit 1952 van de Japanse regisseur Kenji Mizoguchi. Deze Oosterse insteek werd nog benadrukt door het decorontwerp van Guido Vrolix : een soort van bamboeconstructie die tot in de voorste rijen van de schouwburg reikte.

Al bij al was dit best een vermakelijke voorstelling met vinnige tragikomische dialogen. Maar de voorstelling was nogal van korte duur en de personages overstegen zelden het niveau van bordkartonnen karikaturen. De echte mistroostigheid van het rode neon-bestaan ervoer ik niet. Dit werd niet geholpen door het feit dat de m.i. weinig functionele muziek van de Fransman Jean-Yves Evrard té nadrukkelijk in de weg zat.


2 opmerkingen:

Mieke Van Delm zei

Toevallig gisteren ook de voorstelling gezien en 'n gelijkaardige reactie hier. De muziek was vaak eerder storend dan ondersteunend. Alleen het zelf gezongen liedje van Joe Dassin vonden we wel mooi gebracht. Origineel decor. Dialogen waren door het Oost-Vlaams accent op 'onze rij' soms al wat moeilijker te volgen. Zelf hebben we jarenlang in de rosse buurt van A. gewoond. En dus was 't toch een beetje 'thuiskomen'.:)

Peter Prong zei

Aha, dat was een liedje van Dassin ? Dat wist ik niet. Bedankt voor de info (en voor Uw reacties op mijn blog) ! Wij zaten trouwens ook redelijk ver achteraan (dat verdraaide lotingsysteem) en het was inderdaad soms concentreren geblazen om het Gentse accent te ontcijferen...