24 mei 2009

Pitié (Warande - 23.05.2009)

Wellicht had Johann Sebastian Bach tijdens het schrijven van zijn befaamde Matthäuspassion rond 1728 niet durven bevroeden dat dit oratorium een kleine drie eeuwen later nog de inspiratiebron zou vormen voor een intense dansproductie. Regisseur/choreograaf Alain Platel (Les Ballets C de la B) en componist Fabrizio Cassol (Aka Moon) sloegen de handen in elkaar om een nieuwe invulling te geven aan het klassieke passieverhaal.

Dit is uiteraard geen sinecure. Hoe durf je te raken aan één van de beste werken van misschien wel de meest complete componist aller tijden ? Platel en Cassol durfden het aan en zetten met Pitié een uitmuntende (en ook ietwat uitputtende) versie neer van een verhaal dat vooral draait om (mede)lijden. De "Erbarme dich, mein Gott"-aria vormt hierbij het uitgangspunt : "Erbarme dich, Mein Gott, um meiner Zähren willen! Schaue hier, Herz und Auge weint vor dir Bitterlich." Een uitmuntende aria die niet alleen in de muzikale bewerking van Cassol indruk maakt, maar die ook thematisch doordringt in de bewegingen van de tien dansers.

Deze trekken en knijpen in elkaars vel, laten hun borstkassen hard met elkaar in aanraking komen, kruipen bedroefd op elkaars schoot, trekken spastisch krom van ellende en mededogen schreeuwen hun gevoelens geluidloos uit. Ronduit fantastisch is de wijze waarop de dansers in verschillende poses en samenstellingen levende schilderijen worden. Perfect gecoördineerde tableaux met verschillende variaties van het kruisafnemings-thema. Het creatieve gebruik van enkele blauwe zeilen tovert een paar dansers in een oogwenk om tot rouwende piëta's. Broeken en truitjes worden continu uit- een aangetrokken. Het lijkt symbool te staan voor een onderhuids jeukend gevoel van unheimlichkeit, het niet kunnen omgaan met een diepgaand verlies.

Maar bovenal is er de muziek. De droefgeestige en zeer herkenbare melodie die Bach geschreven heeft bij het oudere kerklied O Haupt voll Blut und Wunden en die hij tot meermaals laat terugkeren in zijn Matthäuspassion (Erkenne mich mein Hüter - Ich will hier bei dir stehen - Befiehl du deine Wege - O Haupt voll Blut und Wunden - Wenn Ich einmal soll scheiden) laat geen mens onbewogen en keert ook in deze productie enkele malen terug. Tijdloze schoonheid van een onaards niveau. Cassol laat deze muziek in haar recht en tracht niet krampachtig te verwringen. Waarom immers wijzigen wat al perfect is ? Het zangerstrio - dat tevens symbool staat voor de Heilige Drievuldigheid - speelt een centrale rol in deze productie. Vooreerst is er de jonge Congolese contratenor Serge Kakudji die met opengesperde ogen (en keel) als een verbouwereerde Jezus door al die empathie struint. De sopraan Melissa Givens is met haar imposante lichaam perfect gecast als Moeder Gods terwijl de ranke alto-mezzo Monica Brett-Crowther (wat een klassevrouw !) uitstekend de rol vervult van de meer etherische Heilige Geest.

Het moge duidelijk zijn dat Cassol en Platel een huzarenstukje verwezenlijkt hebben. Voor de toeschouwer hebben ze het zeker niet gemakkelijk gemaakt : met tien dansers, drie zangers én live-muziek (met naast het Aka Moon-trio ook nog enkele gastmuzikanten en de Franse fluitist/zanger Malik Mezzadri van het Magic Malik Orchestra) borrelde het sober ingerichte podium gedurende twee volle uren constant van activiteit. Alleen al de capriolen van de tien dansers waren soms moeilijk om te volgen, des te meer omdat zij zich niet beperkten tot louter danschoreografieën maar zich ook middels zeer expressieve gelaatsuitdrukkingen inleefden in hun rol van empathisanten. Een zeer veeleisende productie dus die qua toon en gevoelsuitdrukking echter heel mooi de droeve stemming weergeeft die de ganse Mattäuspassion uitademt. Ik denk dat Bach best zou kunnen leven met dit resultaat.

Geen opmerkingen: